Bij het bedenken van onderwerpen voor blogs en berichten op sociale media, dook ik nog maar eens een inhaakkalender in. Altijd goed een haakje te hebben waar je jouw berichten aan op kunt hangen.
Gisteren, 25 oktober, was het de Nederlandse Donald Duckdag. Op deze dag in 1952 verscheen het eerste ‘Duckie’ op de Nederlandse markt. In Amerika vieren ze deze dag op 9 juni, omdat toen, in 1934, de eerste Donald Duck tekenfilm verscheen. En hoewel ik Disneyfilms geweldig vind, concentreer ik me even op dé Donald Duck. Het tijdschrift.
Jong en oud
Donald Duck is al ruim 70 jaar een bron van vermaak voor jong en oud. Onze jongste zit liever te gamen dan te lezen, maar voor de Donald Duck neemt hij even pauze. Paps en mams genieten mee. Niet alleen door de Duck zelf te lezen, maar ook door de reacties van zoonlief en de soms gevatte opmerkingen op dingen die in huis gezegd worden. Dochterlief vist vaak achter het net, omdat de Duckies verdwijnen in het ‘zwarte gat’, dat zoonliefs kamer is.
Natuurlijk probeer ik zoonlief aan de ‘gewone’ boeken te krijgen. Op het voortgezet onderwijs moet hij dat straks ook, dus hij kan er maar beter vast aan wennen. Zo’n Duckie is leuk, maar voegt toch maar weinig toe aan je leesvaardigheid of woordenschat.
Echte wereld
Oeps. Wat zei hij daar? Hoe komt hij aan die wijsheid? “Stond in de Donald Duck.” Ik blijf me erover verbazen hoeveel je kunt leren over de ‘echte’ wereld door Donald Duck te lezen. De namen van personen, steden en gebeurtenissen zijn misschien niet precies hetzelfde als in het echte leven, maar veel kinderen weten feilloos waar het over gaat. Ze leggen linken die voor ons volwassenen niet eens zo duidelijk zijn.
Woordenschat
Donald Duck praat als een volwassen eend. Het taalgebruik is dus niet ‘kinderlijk eenvoudig’, maar soms best een uitdaging. Zeker voor de beginnende lezer. En toch weerhoudt het kinderen er niet van door te lezen. Soms legt Donald uit wat een woord betekent, vaker blijkt dat uit de situatie en de afbeeldingen. Uitleg vragen aan een volwassene is meestal niet nodig. Begrijpt een kind het echt niet, dan wordt het woord ‘opgeslagen’ voor een later moment.
Donald Duck voegt dus wel degelijk veel toe aan de woordenschat en algemene vorming van de lezer. Het uiten van emoties is prima, maar heeft soms wel gevolgen.
Zoonlief houdt van gamen en graphic novels, dochterlief verslindt ‘gewone’ boeken en kijkt Engelse series. Beide zijn ze opgegroeid met Donald Duck, maar ik vertel ze niet hoeveel ze daarvan leren. Dat moet je met puberende kinderen niet doen.
In stilte bedank ik Donald Duck.